De geschiedenis van Opus 22
Het ontstaan
Drie muzikale vrienden, ze kennen elkaar van hun jaren bij het Utrechts Studenten Koor en Orkest USKO. Samen richten ze een orkest op: altviolist Wim, cellist Evert en dirigent Jos. In mei 1986 hebben ze het eerste weekend met op de lessenaars de Strijkers-serenade van Antonín Dvorak. Opus 22.
Twee jaar later gaan de drie vrienden naar de notaris om de Stichting Orkest Opus 22, officieel op te richten. Jos Vermunt blijft dirigent, Wim en Evert in het bestuur, totdat weer anderen het stokje overnemen. Inmiddels heeft Opus22 zo'n 60 orkestwerken gespeeld.
Shostakovich, Dvorak, Schubert, Tsjaikowski, Bartok, Beethoven, Brahms, Debussy, Mozart, Hindemith, R. Strauss, Prokofiev, Mendelssohn, Berg, Mahler, Berlioz, Sibelius, Wagner. Wie staat er niet op de lessenaars bij Opus22?
De formule
Een grote groep amateurmusici gaat een weekend lang repeteren aan een bijzonder stuk uit de orkestliteratuur. Aan het eind van de zondagmiddag spelen ze het stuk nog één keer in zijn geheel door. Vrienden en familie luisteren mee. Over een half jaar is het volgende Opus-weekend.
Het voordeel van deze weekendformule is dat oude vrienden die inmiddels niet meer in Utrecht wonen, weer eens samen kunnen musiceren. De drukte met een nieuwe baan en soms al een jong gezin maakt in het de beginjaren moeilijk om wekelijks een orkestrepetitie bij te wonen. Door het hoge niveau van de deelnemers en het feit dat ze thuis al hun partijen hebben gestudeerd, is het mogelijk een ambitieus werk binnen die twee dagen behoorlijk te spelen.
Meespelen
De deelnemers aan OPUS22 komen al snel vanuit het hele land naar Utrecht. Ook nieuwe mensen melden zich aan en spelen mee. Na twintig jaar is de gemiddelde leeftijd van de OPUS-deelnemers wat gestegen, want van de oorspronkelijke bezetting komen nog steeds mensen terug. Inmiddels heeft Jos Vermunt plaats gemaakt voor andere dirigenten. Zijn opvolger was Arthur Arnold, die weer is opgevolgd door Libia Hernandez.
Wie zich bij Opus aanmeldt, krijgt via de mail een uitnodiging voor het nieuwe project. Wie wil meedoen, kan zich inschrijven en mag –tegen een redelijke vergoeding- deelnemen.
Feest
De Opus-weekenden zijn altijd een feest der herkenning. Het is leuk om elkaar terug te zien, voor sommigen is het jaren geleden. De muziek lijkt altijd te moeilijk, maar na de eerste repetitie –met alleen de strijkers- komt er al vorm in de muziek. Dan komen de houtblazers erbij en groeit de muziek verder. Als ook het koper en het slagwerk meedoen, klinkt de muziek compleet.
In hoog tempo geeft de dirigent zijn aanwijzingen. Iedereen werkt geconcentreerd aan zijn partij. De pauzes zijn nodig om uit te puffen en bij te praten, maar daarna is het weer werken geblazen. Soms slaat de vertwijfeling even toe. Gemene loopjes en samenklanken dreigen weleens roet in het eten te gooien, maar uiteindelijk zijn we verrast met het resultaat.
De openbare repetitie zondagmiddag is de afsluiting van een uiterst muzikaal en gezellig weekend.
Philip Smet, 1 dec. 2007